Bij de laatste leugen die Buckingham aanhaalt, diegene dat leiderschap ‘een ding’ zou zijn, wordt het idee van een algemene set aan kwaliteiten van een leider in vraag gesteld. De realiteit toont dat er verschillende types bestaan van goede leiders. Elk type weerspiegelt andere capaciteiten en sterktes en toch zijn ze allemaal zeer succesvol gebleken in wat ze doen. Het zou niet zozeer gaan over het beschikken van de set kwaliteiten die we automatisch linken aan goed leiderschap zoals authenticiteit, communicatie, een sterke visie, inspirerend zijn, … en dergelijke meer. Want in die overtuiging zou leiderschap een pak evidenter worden, aangezien je goed leiderschap dan simpelweg zou kunnen aanleren door enkele basisprincipes te volgen. Bovendien is het ook zo dat niet alle gerespecteerde leiders elke eigenschap van ‘de essentiële leiderschapskwaliteiten – lijst’ vertonen.
Wat leiders wel gemeen hebben, is het hebben van volgers. Denk zeker terug aan leugen #1. We volgen leiders die ons in contact laten komen met een missie, een set waarden waarin we geloven. Ze verdiepen zich in de mindset van hun volgers en doen aanspraak op hetgeen wat voor hen van belang is. Zodoende dat ze iedereen blijven uitdagen om performanter te worden.